Sterren

Een ster is een bolvormig hemellichaam. In een ster zit gasconcentratie, in de ster is de druk en de tempratuur erg hoog waardoor er een kernfusie reactie ontstaat. Tijdens een kernfusie reactie wordt er veel energie gemaakt, de ster zend deze energie als het waren uit. In die energie zit ook licht en omdat de ster dit uitzend in

verschillende golflengtes, zien wij de ster licht geven.

Elke ster heeft een eigen massa. Er zijn bijvoorbeeld hele lichte sterren waarbij hun massa ongeveer even groot is als 1/13 massa van de zon. Zulke lichte sterren hebben niet genoeg massa om te zorgen voor een hoge druk en tempratuur waardoor er geen kernfusie gemaakt kan worden. Deze ster geeft dus ook geen licht, wij noemen dit dan ook geen ster meer.

Soms kan je het zien met het blote oog dat sterren niet altijd dezelfde kleur hebben, sommige zijn blauwachtig of rood. Dat komt door de leeftijd van de ster en de massa van de ster.

Een ster met een grote massa heeft ongeveer een levensduur van 10 miljard jaar. De massa is in verhouding omgekeerd evenredig met de levensduur. Want van lichte sterren wordt verwacht dat ze ongeveer voor 10 tot 20 biljoen jaar blijven bestaan.

Je hebt ook vallende sterren, dit zijn eigenlijk geen sterren. We noemen ze alleen zo omdat ze ook licht geven. Maar dat licht wordt op een hele andere manier geproduceerd dan bij een echte ster. Een vallende ster is namelijk ook geen hemellichaam maar gewoon een stuk steen.